Spelen
Ken jij deze Studio 100 spelletjes al?
K3 Ballonnenrace
Voorbereiding: Elke speler blaast 3 ballonnen op en bind die rond zich.
Start: Prik zo snel mogelijk in elkaars ballonnen. Probeer jouw eigen ballonnen te beschermen zodat niemand erin kan prikken.
Winnaar: De persoon die het meeste ballonnen overhoudt.
Heidi verstop je!
Voorbereiding: 1 iemand verstopt zich, de anderen zijn de zoekers.
Start: De zoekers tellen tot 20 (of meer), één iemand gaat zich verstoppen. Wanneer een zoeker Heidi ziet, zegt deze niets en gaat zich er bij verstoppen. Dit gaat door tot alle zoekers zich bij Heidi hebben verstopt.
Mega Mindy je tijd is bijna om!
Voorbereiding: Elke speler schrijft 5 (of meer) woorden op een papiertje en steekt deze in een pot. Verdeel de groep in teams van 2: de ene moet raden en de andere zal omschrijven/uitbeelden. Er zijn 3 rondes.
Start: Eerste ronde: raad zoveel mogelijk woorden in 1 minuut door tips te geven die het woord omschrijven. Tweede ronde: raad zoveel mogelijk woorden in 45 seconden door één synoniem te geven. Derde ronde: raad zoveel mogelijk woorden in 30 seconden door het woord uit te beelden. De volgende rondes beginnen als de woorden op zijn. Weet je een woord niet? Pas dan en ga verder.
Winnaar: Het team dat het meeste woorden kan raden!
Doe de Twini Dans
Voorbereiding: Alle kindjes staan gespreid in een grote groep.
Start: Begin te dansen wanneer de muziek start. Kindjes krijgen opdrachten die ze zo goed mogelijk moeten uitvoeren tijdens het dansen. Bv. dans alleen met je hoofd, alleen met je armen, met je rechterbeen, je wijsvinger, enz. Laat je een fout lichaamsdeel bewegen? Dan ben je uit en mag je kijken of de anderen het goed doen.
Winnaar: Diegene die het langst kan dansen zonder fouten!
Het grote Bumba Springspel
Voorbereiding: Teken met krijt een hinkelpad van 1 tot 10 en zoek een steentje.
Start: De eerste probeert het steentje op 1 te gooien, springt dan over het vakje 1 en hinkelt verder. De volgende gooit het steentje op vakje 2 en springt dan over vakje 2, de volgende met 3, enz. Gooi jij naast het vakje of buiten het hinkelpad? Dan mag je niet meer meedoen. Doe dit verder tot er maar één iemand meer over blijft.
Winnaar: Het kindje dat als laatste overblijft!